HET WONDERLIJK LICHAAM (0) Kopvoeter
KOPVOETER
Er was een tijd, niet zo lang geleden,
dat ik overleefde, als een kopvoeter,
gevangen in de spinsels van denkpatronen,
met bijbehorende emoties en reacties.
Nu ontdek ik hoe ik het kopvoeter zijn doorleef,
de gedachten en behoeften van de kopvoeter doorzie,
de emoties door en door voel.
Uit de hechting van de spinsels komen geeft ademruimte,
en doorgangen,
naar een meer open belichaamd zijn.
De kopvoeter krijgt een huid, buik, handen en voeten
en een hart.
Gina
Poort van woorden
Langzaam achterwaarts maneuvrerend
geraak ik uit het onvruchtbaar bos
van ideeën en verwerkingsbeelden
of van reageren en emoties
en benader ik openheid, de bron
die vormend golft tegen het voelend strand
vandaar af zijn al mijn ogen open
en volg ik stromingen naar woorden.
‘Leegte’ is een woord:
een sfinx op het strand
die leeft en raadselt;
een barst in de muur
die ’t leven ketent;
een vaster gelaat,
vloeibaarheid die weet.
Een woord is een oord,
een deur, een sleutel.
‘Licht’ is nog een woord:
wit tussen bomen
dat leeft en spiegelt;
stil, ongebroken
antwoord, ander oord
voorbij lust en last
waarin een raster.
Een woord is een draad
naar dat wit raster.
‘Liefde’ is een woord
dat leeg en licht straalt
als de ogen van
de sfinx, de eenhoorn;
een trilling zindert
over al de rand
in open oren.
Zo’n woord is meer dan
Een verwoorde vorm.
Het is als een poort,
een uitnodiging
om langzaam achterwaarts te maneuvreren
zo geraak je uit het onvruchtbare bos
tot diep in het licht dat leeg als liefde is.
Gedicht van Luk Heyligen.
HET WONDERLIJK LICHAAM (0) Kopvoeter.pdf (34,6 kB)